WAITING BEAUTY
raam als zintuig van ruimte



In het kader van een filosofische masterclass voor
kunstenaars heb ik me bezig gehouden met de vraag:
wat is de plaats van mijn werk in de wereld.

Ik wilde kijken of het een levensvatbaar idee was om
opdrachten uit te voeren met mijn raamobjecten.
Als omgeving om in te werken koos ik voor de Zuidas:
een woon- en werkgebied met moderne, monumentale
architectuur.
De gebouwen met hun vele ramen en schijnbaar eenvoudige
ordening hadden me aanvankelijk verleid om te denken dat
het makkelijk zou zijn. Grote, lege gevels waarop ik een
ornament aan zou kunnen brengen.

Zo eenvoudig lag het niet.
De gebouwen bleken nogal onbenaderbaar voor mijn werk.
Hoe verhoudt zich de poëtische kracht en de autonomie van
een kunstwerk tot deze gebouwen en de openbare ruimte?
Het was een leerproces dat me boeiende vragen heeft
opgeleverd: wat moet een kunstwerk doen in openbare ruimte
- wat doet openbare ruimte met een kunstwerk - waartegen
moet het werk bestand zijn - hoe werken muren eigenlijk -
wat is het verschil tussen een kunstwerk binnen en een
kunstwerk buiten in het publieke domein - hoe werkt de
transparantie van mijn raamobjecten - wat te doen met
de frustrerende kanten ervan, dat de kleur verdwijnt in het
licht - kunnen kleine kunstwerken ook monumentaal zijn
- hoe moet een klein ding zijn om toch monumentaal te zijn -


kunstenaar en wereld
begeleiding Tine Wilde

2011


>
<
<
<

            Bakens
(waarvan ik wil dat mijn ramen onderdeel uit maken)
johanna de haan / beeldend kunstenaar
johanna de haan / beeldend kunstenaar
johanna de haan / installaties
<<